Vloerverwarming

Een vloerverwarming wordt in de bovenste laag van de vloer aangebracht. Vaak in de dekvloer. Bij nieuwbouw wordt hier meestal de cementdekvloer voor gebruikt, bij bestaande bouw kan de vloerverwarming ook in gefreesde gleuven gelegd worden. De vloerverwarming bestaat uit slangen bij voorkeur gelegd in groepen ‘slakkenhuizen’. Door deze slangen loopt warm water, dat warme water warmt de gehele vloer gelijkmatig op en de vloer straalt de warmte vervolgens uit naar de ruimte. Hierdoor ontstaat een hele constante vloertemperatuur en daarmee ook een constante ruimtetemperatuur. Voorwaarde voor vloerverwarming is een goed geïsoleerd pand (vanaf bouwjaar 1996) en voldoende vloeroppervlak in relatie tot de ruimte die opgewarmd moet worden.

Vloerverwarming heeft voordelen boven het gebruik van enkel radiatoren. Het is onzichtbaar, want de verwarmingsbuizen zijn in de vloer verwerkt. Omdat vloerverwarming over de gehele oppervlakte van een ruimte te leggen is, is het overal in het vertrek even warm. Je hebt dus altijd en overal warme voeten! Voor radiatoren geldt: hoe verder verwijderd, hoe kouder.
Houd er rekening mee dat je woning niet à la minute warm is, nadat je de vloerverwarming hebt aangezet. Opwarmen heeft tijd nodig, zeker als de vloer koud is. Laat de vloerverwarming daarom standaard op één temperatuur staan, bijvoorbeeld 20 graden. Het is het overwegen waard een extra warmtebron, zoals een convector of radiator, te installeren om het even snel warm te maken in huis.

Bel ons Mail ons Whatsapp